Hoe kan men zeker weten wie koning schoot?

Dat is een kwestie van collegialiteit en fair-play!

De basisregel is dat de hoofdvogel moet losgeschoten worden én op de grond vallen.

Omdat bij de koningsschieting alle kandidaten tegelijk en om ter snelst de hoofdvogel proberen neer te halen is het, zeker voor een verre toeschouwer, quasi onmogelijk om te zien wie uiteindelijk het winnende schot lukte. De schutters weten dat in principe wél: wie schiet volgt normaliter zijn pijl tot boven tenzij het na een tiental meter al duidelijk is dat het een misser wordt. Dan wordt er fluks gegrabbeld naar een nieuwe pijl om opnieuw te proberen, want veel kansen krijgt men meestal niet.

Kwatongen beweren dat het volstaat om op het juiste moment een gat in de lucht te springen en zo koning te worden. Dat is in een ver verleden zeker enkele malen gebeurd, maar het lukt alleen als de “ware” koning geen protest aantekent en die kans is dan weer zeer klein.

Betwistingen zijn niet uit te sluiten: als er meerdere pijlen tegelijk de hoofdvogel lijken geraakt te hebben en als 2 (of meer) schutters tegelijk de titel opeisen. Of als de hoofdvogel in de “prang” blijft hangen en even later door de wind of door een andere schutter toch loskomt. In al deze gevallen wordt het zekere voor het onzekere genomen en de schieting helemaal overgedaan.

Het is de hoofdman die in geval van twijfel de knoop doorhakt en beslist wat er moet gebeuren.