1839 Heroprichting “gild der jongmans van Leefdael”
Na vele jaren van inactiviteit omdat de opeenvolgende bezettende machten de jongmansgilden hadden verboden, besloten enkele jongeren van vooraanstaande Leefdaalse families de Jongmansgilde nieuw leven in te blazen, nu het onafhankelijke België met een schone lei kon beginnen. Al die jaren had men de zilveren breuken – een geschenk van de kasteelheer anno 1673 – weten verborgen te houden voor plunderende legers en belastingheffende vreemde overheden.
Ondertekend op 6 oktober 1839 door
- P.J. Vanhamme, kapitein en hoofdman;
- G. Vranxks, Boetmeester;
- G. Vander Elst, commissaris;
- J.B. Vander Elst, commissaris
Goedgekeurd door het gemeentebestuur:
- J.A. Vanhamme (burgemeester)
- P. Cludts en P. De Beckere (schepenen)
Los daarvan zou de mansgilde Sint-Sebastiaen (de Pekes) al eerder zijn heropgericht (wellicht toen Napoleon gilden terug toeliet – circa 1805).
Voor de Jefkes werd een nieuwe vlag gemaakt die door een vaandrig te paard werd gedragen in het midden van de stoet op de dag van de koningschieting. De vlag is donkerrood met een gele zone aan de top, heeft in het midden een medaillon met hetzelfde motief als de Jefkesbreuk uit de 17e eeuw. Zij eindigt in 2 slippen en is rondom afgeboord met de Belgische kleuren. De mast is een loodzwaar stevig en dik exemplaar; de vaandrig gebruikt(e) een vlaggehouder die aan de rechter stijgbeugel was bevestigd, zodat hij 1 hand vrij had om het paard met de teugels te mennen.
Uit het reglement kunnen we een aantal dingen afleiden:
- de leden betaalden in 1839 een vrij hoog lidgeld – omgerekend naar de huidige munt circa 500 EUR per jaar – en de gilde richtte zich oorspronkelijk dus enkel tot de welgestelde burgers. Dat wordt bevestigd door de identiteit van de ondertekenaars; allen zonen van hooggeplaatste en kapitaalkrachtige Leefdaalse inwoners.
- het ging wel degelijk om een schuttersgilde en de gedragsregels waren streng, zoals het een van oorsprong paramilitaire vereniging betaamt.
- de leden betaalden ook een maandelijkse contributie. Allicht was er een maandelijkse bijeenkomst waarbij de schutterskunsten aangescherpt werden en kunnen we veronderstellen dat de jaarlijkse koningsschieting een snelle afloop kende…
- hoewel de Filharmonie pas 1 jaar later werd opgericht, is er in het reglement al sprake van begeleidende muzikanten. Logisch: men kan geen Harmonie oprichten als er nog niemand in het dorp een muziekinstrument bespeelt. Anderzijds heeft een aloude schuttersstoet genoeg aan een paar trommels en fluiten.
- ter beteugeling van de dronkenschap – en misschien ook om de kosten niet te laten ontsporen – mochten de leden van de gilde geen herbergen betreden of zelf drank gaan halen: ze moesten wachten tot “den knaap” hen een pint kwam brengen.
Bronnen
- handgeschreven reglement:
- “vertaling” van het reglement
- BEF van 1839 omrekenen naar EUR 2014: op basis van indexen gevonden op de website van de VUB
- in “Historiek 1920 conv 2013_tcm325-65934.xls” wordt aangegeven dat de gemiddelde index van 2013 herleid tot 100 overeenkomt met index 22979,53 in 1914
- in “http://www.vub.ac.be/SGES/scholliers1.html” wordt dan weer gesteld dat index 100 in 1913 overeenstemt met index 83 in 1839
- => de index 1839 vergeleken met 2013 zou dan (22979,53 * 100/83)= 27686,18 bedragen; 1 BEF werd dus 27686 BEF = 692 EUR
- (in 1925 bedroeg de verkoopwaarde van een groot herenhuis in het centrum van Leefdaal ongeveer 20 000 BEF, omgerekend 500 EUR, of een factor 500 à 600 goedkoper dan nu: van een serieuze indexsprong gesproken …)
Historische context
In 1839 verzaakte Willem van Oranje aan zijn aanspraken op België, dat nu definitief onafhankelijk werd met een geldende grondwet. Die bepaalde ondermeer de “vrijheid van vereniging”.